Belastinguitstel: let op bestuurdersaansprakelijkheid

Iedere onderneming die door de coronacrisis in financiële problemen is gekomen, kan uitstel van betaling van aanslagen loonbelasting, omzetbelasting, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting vragen. Let daarbij op het risico van fiscale bestuurdersaansprakelijkheid. Volgens de bestaande invorderingsregels kunnen bestuurders van een onderneming persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor niet betaalde loon- en omzetbelasting. Een tijdige melding van betalingsonmacht bij de Belastingdienst kan het risico van aansprakelijkstelling beperken. Uiterlijk 14 april moet een melding worden gedaan. Gebeurt dat niet, dan gaat de wet ervan uit dat het niet betalen van de belastingschuld aan de bestuurders is te wijten. En dat terwijl de coronacrisis meestal de oorzaak is.

Melding 
Bestuurders kunnen hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld als de onderneming belastingen niet kan betalen. Het moet dan wel aannemelijk zijn dat dit het gevolg is van verwijtbaar kennelijk onbehoorlijk bestuur. Maar een bestuurder kan ook aansprakelijk worden gesteld als hij niet op tijd bij de Belastingdienst heeft gemeld dat belastingen niet kunnen worden betaald. Die melding moet in ieder geval worden gedaan binnen twee weken nadat de belasting betaald had moeten worden. Voor de loonbelasting en de omzetbelasting over februari jl., die eind maart 2020 betaald moet worden, moet dus uiterlijk 14 april a.s. een melding worden gedaan. Omzetbelasting wordt in veel gevallen per kwartaal aangegeven. Dan zou de meldingstermijn later eindigen (medio mei), maar zekerheidshalve zou een gezamenlijke melding met de loonbelasting gedaan kunnen worden. En een melding geldt ook voor opvolgende belastingtijdvakken waarover niet kan worden betaald.  

Het belang van een tijdige melding is groot. Het gevolg is namelijk dat de bewijslast bij de Belastingdienst komt te liggen. Die moet aannemelijk maken dat het niet betalen het gevolg is van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Het in de wet vastgelegde vermoeden dat de oorzaak van het niet betalen bij de bestuurders ligt, geldt dus niet meer.  

Onze verwachting is dat, evenals bij het vragen van uitstel van betaling voor drie maanden, een eenvoudige melding dat de coronacrisis de oorzaak is van het niet betalen van de belastingschuld voldoende is. Berichtgeving hierover door de Belastingdienst wordt op zeer korte termijn verwacht.  

Wie valt onder de fiscale bestuurdersaansprakelijkheid?  
In de praktijk gaat het vooral om bestuurders van nv’s en bv’s. Maar daarnaast ook om coöperatieve verenigingen, onderlinge verzekeringsmaatschappijen en verenigingen die op onderlinge grondslag als verzekering- of kredietinstelling optreden. Verder geldt de bestuurdersaansprakelijkheid voor bestuurders van stichtingen die onder de vennootschapsbelasting vallen.  

In de situatie waarin de bestuurder van een (dochter)onderneming een andere (moeder)onderneming is, kunnen de bestuurders van laatstgenoemde onderneming aansprakelijk worden gesteld. Ook bestuurders van buitenlandse rechtspersonen kunnen te maken krijgen met de bestuurdersaansprakelijkheid als de onderneming volledig rechtsbevoegd is en in Nederland onder de vennootschapsbelasting valt.

Bron: VNO-NCW (https://www.vno-ncw.nl/weekbulletin/belastinguitstel-let-op-bestuurdersaansprakelijkheid?utm_source=VNO-NCW_en_MKB-Nederland&utm_campaign=uitnodiging&utm_medium=e-mail)

VNO-NCW VNO-NCW